Maandag Lezen: Ruth 2, 8-14
Wanneer u Zich aan de Here hebt toevertrouwd, mag u op Zijn nodiging komen en ontdekken dat Hij overvloedig zorgt. Paulus spreekt er over dat ons door Christus overvloedig vertroosting ten deel valt máár hij zegt ook dat wij in alle goed werk overvloedig mogen zijn. Met andere woorden: als een Boaz mogen wij de geschonken overvloed doorgeven én zullen wij niet te kort komen. Slechts twee keer horen wij Ruth in dit gedeelte tegen Boaz spreken en beide keren spreekt zij met verwondering over de haar ten deel gevallen gunst. Aanstaande zondag mag u het teken van Gods overvloedige liefde in Christus ontvangen. De Here is niet karig. Als Hij schenkt, schenkt Hij in overvloed, u zult niet tekort komen én u mag in verwondering Zijn genade bejubelen én uitdragen.
Dinsdag Lezen: 2 Koningen 5, 13-14
Waar mensen een onvervulbaar verlangen proberen te vervullen, dáár komen de gelovigen aan een eenvoudige tafel. Zij eten een stukje brood en drinken een slokje wijn, meer niet. Maar door het stukje brood en het slokje wijn worden zij erbij bepaald dat de diepste grond van hun leven in de Here Jezus Christus ligt. Aan de tafel worden de gelovigen gevoed en gelaafd én ontvangen zij de verzekering dat zij, door Hem, van hun geestelijke melaatsheid zijn gereinigd. Ik hoop niet dat het stukje brood en het slokje wijn te min voor u is. Ik hoop dat u, in geloofsgehoorzaamheid, de tekenen tot u neemt om zó, door de werking van de Heilige Geest, verzekerd te worden van de liefde van God in de Here Jezus Christus
Woensdag Lezen: Zondag 1 HC
Aan het Avondmaal zien wij heel duidelijk dat ons alles wordt gegeven. De tafel wordt klaargemaakt, brood en wijn gaan rond én het wordt u gegeven, het léven wordt u áángereikt. U mag leven uit Hem, uit Christus. Door Zijn dood én opstanding heeft Hij ú het leven gegeven en ú mag dat leven weer aan Hem teruggeven. Een bekend dooplied is gezang 333: ‘O, Here God, ons liefst verlangen/ dit kind van ons, dit liefdepand/ wij hebben het van U ontvangen/ wij geven het U uit Uwe hand’. Het pasgeboren leven geven wij terug aan de Schepper van het leven. Nu, het veranderde hart, het bekeerde leven, het nieuwe leven geven wij terug aan de Verlosser en Vernieuwer van ons leven én dat doen wij….uit dankbaarheid. Hij schenkt, wij geven terug én zo zijn wij Zijn eigendom in leven en in sterven.
Donderdag Lezen: Openbaring 5, 1-5
Johannes weende omdat Gods zaak vast dreigde te lopen. Er zijn mensen die de zaak van God in hun zonden zien vastlopen. Mensen die denken ‘ik ben zo zondig en ik blijf maar -ook na ontvangen genade- zondigen. Het zál met mij wel niets meer worden. Oh ja, de bijbel spreekt wel van toekomst maar dat zal wel niet voor mij gelden’. Als het zo met u is, dan mag u lezen: ‘ween niet, zie de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids heeft overwonnen (…)’. Ja, Hij heeft ook uw schuld overwonnen. Waar Johannes geen mogelijkheid meer zag, waar wij geen mogelijkheden meer zien daar wordt hem én ons een weg gewezen: Zie, het Lam van God dat de zonde der wereld wegneemt.
Vrijdag Lezen: Openbaring 5, 6-10
Door Hem wordt uw leven weer in beweging gezet en hoeft u dus niet meer aan uw schuld vast te houden. Johannes én wij…wij blijven huilen omdat wij geen wegen meer zien máár ons wordt de weg gewezen: in Christus is er toekomst én is er de gang naar het Avondmaal. En als wij dan al onze zonden, onmogelijkheden en tranen bij Hem kwijt kunnen, mag de lofzang uit onze harten opwellen. Nadat het Lam duidelijk had gemaakt dat er door Hem sprake is van Gods toekomst, zingen de vier dieren en de 24 oudsten een nieuw gezang voor het Lam. Ja, zo zingt de schepping (de vier dieren) én de volkomen kerk (de 24 oudsten) de lofzang op de Here Jezus Christus én wij mogen ons in die lofzang voegen. Hier in de onvolmaaktheid en straks in de volmaaktheid.
Zaterdag Lezen: Openbaring 6, 1-8
De wereldgeschiedenis is Gods zaak én Hij weet er raad mee. De vier paarden laten twee lijnen zien. De ene lijn zien wij in het rossige, zwarte en vale paard: Gods oordeel over al datgene in de wereldgeschiedenis wat Zijn liefde wil besmeuren en bestrijden. In die oordeelsmachten -die de Here soms nog genadig inperkt- horen wij echter tegelijkertijd Gods roepstem om tot Zijn liefde in Christus te komen. De andere lijn zien wij in het witte paard: Christus Die het Evangelie steeds weer in de wereldgeschiedenis brengt. Dat witte paard gaat voorop en zo wordt ons getoond dat Christus regeert én dat Zijn Koninkrijk komt, Hij overwint. Midden in de wereldgeschiedenis vieren wij morgen het Avondmaal en weten wij het weer: Christus regeert. Hij moet als Koning heersen totdat Hij al Zijn vijanden onder Zijn voeten gelegd heeft.